Na de training leiding geven 3 (concurrerende waarden model) beschikken
de deelnemers over:
- Praktische tools met betrekking tot leidinggeven.
- Essentiële vaardigheden die zij nodig hebben in het communicatie proces
als leidinggevende.
In deze training komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- De evolutie van managementmodellen:
- Leren door vallen en opstaan
- Voorbeeld van een beperkt model
- Managementmodellen
- Een evolutionair perspectief
- De vier modellen in één raamwerk
- Het gebruik van tegengestelde modellen
- Complex gedrag en de effectiviteit van leidinggevenden
- De behoefte aan nieuwe vaardigheden
- De acht rollen op verschillende organisatieniveaus
- De negatieve zone
- De kernvaardigheden vaststellen
- De mentorrol:
- Inzicht in uzelf en anderen
- Effectief communiceren
- Ontwikkeling van ondergeschikten
- De stimulatorrol:
- Teambuilding
- Participerende besluitvorming gebruiken
- Conflict managen
- De controleursrol:
- Controleren van het eigen functioneren
- Controleren van het collectief functioneren
- Controleren van het functioneren van de organisatie
- De coördinatorrol:
- Projectmanagement
- Taken ontwerpen
- Crossfunctioneel management
- De bestuurdersrol:
- Een visie hebben, plannen, en doelen stellen
- Ontwerpen en organiseren
- Effectief delegeren
- De producentenrol:
- Productief werken
- Een productieve werkomgeving bevorderen
- Tijd- en stressmanagement
- De bemiddelaarsrol:
- Een machtsbasis opbouwen en handhaven
- Onderhandelen over inzet en overeenstemming
- Ideeën presenteren: effectief mondeling presenteren
- De innovatorrol:
- Leven met verandering
- Creatief denken
- Management van veranderingen
- Integratie en de weg naar het meesterschap
Naast de in de inhoudsopgave genoemde taakspecifieke competenties, komen in deze
training ook de volgende gedragscompetenties uit het Ace! Competentie Ontwikkelingsmodel®
aan de orde:
- Interactie: mondelinge communicatie, mondelinge presentatie, overwicht,
samenwerken, overtuigingskracht, sociabiliteit, conflicthantering, confronteren,
gespreksvaardigheid.
- Leiding geven: taakgericht leidinggeven, mensgericht leidinggeven,
plannen en organiseren, groepsgericht leidinggeven, delegeren, voortgangsbewaking.
- Persoonlijkheid: aanpassingsvermogen, vasthoudendheid.
- Motivatie: initiatief, inzet, ambitie, resultaatgerichtheid, zelfontwikkeling,
zelfmanagement, organisatieloyaliteit, discipline.
- Analyse en besluitvorming: probleemanalyse, oordeelsvorming, besluitvaardigheid,
organisatiesensitiviteit, omgevingsbewustzijn, cognitief en interactief leervermogen,
innovatie, visie.