Je hebt je (holding)directie nodig om goed te presteren. Zijn er problemen in de samenwerking? Probeer ze dan te benoemen, de oorzaken te begrijpen en een aanpak te bedenken. Deze cursus helpt je om een directie beter te begrijpen. Je krijgt tips voor de aanpak van veel voorkomende problemen. Zo kan jij voortaan beter samenwerken met je (holding)directie.

Inhoud van de training goed samenwerken met je (holding)directie:

• Wat is het profiel van een directie?
• Welke rollen heeft een directie?
• Botsende belangen
• Test: uw voorkeur binnen de directierollen
• Acht directierollen:
  
  • De mentorrol:
    
    • Inzicht in uzelf en anderen
    • Effectief communiceren
    • Ontwikkeling van ondergeschikten
      
  • De stimulatorrol:
    
    • Teambuilding
    • Participerende besluitvorming gebruiken
    • Conflict managen
      
  • De controleursrol:
    
    • Controleren van het eigen functioneren
    • Controleren van het collectief functioneren
    • Controleren van het functioneren van de organisatie
      
  • De coördinatorrol:
    
    • Projectmanagement
    • Taken ontwerpen
    • Crossfunctioneel management
      
  • De bestuurdersrol:
    
    • Een visie hebben, plannen, en doelen stellen
    • Ontwerpen en organiseren
    • Effectief delegeren
      
  • De producentenrol:
    
    • Productief werken
    • Een productieve werkomgeving bevorderen
    • Tijd- en stressmanagement
      
  • De bemiddelaarsrol:
    
    • Een machtsbasis opbouwen en handhaven
    • Onderhandelen over inzet en overeenstemming
    • Ideeën presenteren: effectief mondeling presenteren
      
  • De innovatorrol:
    
    • Leven met verandering
    • Creatief denken
    • Management van veranderingen
      
• Wat voor relatie heb je met je directie?
  
  • Ruilrelatie
  • Gezagsrelatie
  • Samenwerkingsrelatie
  • Alle drie de relaties gebruiken
  • Geen vriendschapsrelatie
  • Irreële verwachtingen
    
• Wat zijn de voorwaarden voor een goede relatie:
  
  • Doelen zijn ondubbelzinnig
  • Belangen zijn bekend en worden gerespecteerd
  • Vakmanschap en expertise worden gewaardeerd
  • Communicatie is zorgvuldig
    
• Welke verwachtingen heb je van elkaar:
  
  • Welke rol moet je manager spelen?
  • Is er iets veranderd in de verwachtingen?
  • Wat verwacht je directie?
  • Ernstige misverstanden
    
• In welke situaties word je gemanaged:
  
  • Wat is gemanaged worden?
  • Je krijgt een spontane opdracht
  • Taken worden verdeeld in een werkoverleg:
  • Functionerings- en popgesprek
    
• Van probleem naar doelstelling:
  
  • Kies een slimme doelstelling
  • Verander gedrag, niet de persoonlijkheid
  • Verander je eigen gedrag
  • Niet vaag en groot, maar klein en concreet
    
• Hoe kom je tot een SMART doelstelling:
  
  • Stap 1 Visualiseren
  • Stap 2 Formuleren
  • Stap 3 Checken
  • Realistisch? Hoe is het voor je directie?
  • Wat doe je er nu mee?
    
• Tactiek: met LSD naar SMART:
  
  • Luisteren
  • Vijf W's
  • Stuur je directie terug met huiswerk, of doe het zelf!
  • Vijf W's, niet hoe
    
• Veel voorkomende problemen in de relatie met een (holding)directie:
  
  • Je leidinggevende is wispelturig; hij weet niet wat hij wil
  • De directie geeft je te weinig verantwoordelijkheid en te weinig vrijheid
  • Je directie geeft je te weinig bevoegdheden
  • Je directie geeft je commando's en wil niet met je in gesprek over zijn opdrachten
  • Je directie geeft je te weinig waardering; het lijkt wel of het niet belangrijk is wat je doet
  • Je directie eist te veel van je; hij jaagt je op
  • Je directie is onbetrouwbaar - hij verdraait je woorden of ontkent wat hij heeft gezegd
  • Je directie lijkt een totaal ander mens - jullie voelen elkaar helemaal niet aan
    
• Als je er niet uitkomt, wat dan?
  
  • Professionele hulp zoeken
  • Conflict: juridische hulp zoeken

Naast de in de inhoudsopgave genoemde taakspecifieke competenties, komen in deze training ook de volgende gedragscompetenties uit het Ace! Competentie Ontwikkelingsmodel® aan de orde:

• Interactie: mondelinge communicatie, mondelinge presentatie, schriftelijke communicatie, luisteren, sensitiviteit, overwicht, samenwerken, onderhandelen, assertiviteit, overtuigingskracht, sociabiliteit, conflicthantering, confronteren, gespreksvaardigheid.
• Leiding geven: plannen en organiseren, voortgangsbewaking.
• Persoonlijkheid: aanpassingsvermogen, flexibiliteit, durf, stressbestendig, onafhankelijkheid, vasthoudendheid.
• Motivatie: initiatief, inzet, resultaatgerichtheid, zelfontwikkeling, zelfmanagement, organisatieloyaliteit, integriteit, discipline.
• Analyse en besluitvorming: probleemanalyse, oordeelsvorming, accuratesse, besluitvaardigheid, organisatiesensitiviteit, omgevingsbewustzijn, cognitief en interactief leervermogen, innovatie, creativiteit, visie.